Ga naar inhoud
29 juni 2022
08:37

Uitspraak Hoge Raad over wisseling zorgverantwoordelijke

De Hoge Raad heeft in een arrest bepaald dat aan élke wisseling van een zorgverantwoordelijke een schriftelijk gemotiveerde beslissing van de geneesheer-directeur ten grondslag moet liggen. Dit geldt ook als de betrokkene geen bezwaar heeft tegen de wisseling en als de wisseling binnen dezelfde instelling plaatsvindt

Werkafspraken wijzigen

In artikel 8:16 lid 1 Wvggz is onder meer geregeld dat de geneesheer-directeur de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg op grond van een (machtiging tot voortzetting van een) crisismaatregel of op grond van een zorgmachtiging aan een andere zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke kan toewijzen. Deze bepaling maakt het mogelijk om de zorgplicht die verbonden is aan de zorgmachtiging of de (machtiging tot voortzetting van de) crisismaatregel door een ander te laten uitvoeren dan degene die genoemd is in de machtiging of maatregel. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij overplaatsing naar een andere zorginstelling of zorgaanbieder, maar ook bij interne overplaatsing naar een andere locatie binnen dezelfde zorginstelling. Daarover heeft de Hoge Raad op 13 mei 2022 een uitspraak gewezen die maakt dat wij onze werkafspraken moeten wijzigen

Zaak

Het arrest van de Hoge Raad d.d. 13 mei 2022 ( ECLI:NL:HR:2022:689) betreft een zaak waarin sprake was van een overplaatsing van een betrokkene (aan wie zorg werd verleend op basis van een zorgmachtiging) naar een andere locatie binnen dezelfde instelling. Vanwege deze overplaatsing kreeg betrokkene een andere zorgverantwoordelijke toegewezen. Deze beslissing tot toewijzing van de andere zorgverantwoordelijke was in dit geval niet door de geneesheer-directeur genomen. In dit arrest stond daarom de vraag centraal of toewijzing van de verantwoordelijkheid van het verlenen van zorg op grond van een zorgmachtiging aan een andere zorgverantwoordelijke in alle gevallen een uitdrukkelijke beslissing van de geneesheer-directeur op grond van art. 8:18 Wvggz vergt en of bij zo’n toewijzing ook aan de overige vereisten van art. 8:16 Wvggz moet worden voldaan.

 

Het antwoord hierop is ‘ja’. In dit arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat aan de toewijzing van de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg op grond van een zorgmachtiging aan een andere zorgverantwoordelijke, in alle gevallen een uitdrukkelijke beslissing van de geneesheer-directeur als bedoeld in art. 8:16 Wvggz ten grondslag moet liggen waarbij aan alle in dit artikel gestelde voorwaarden moet worden voldaan. Dit geldt óók indien de betrokkene op zichzelf geen bezwaar heeft tegen de wisseling van de zorgverantwoordelijke en óók als er een wisseling van zorgverantwoordelijke plaatsvindt als gevolg van een overplaatsing naar een andere setting van dezelfde zorgaanbieder.

Motivering Hoge Raad

In zijn motivering stelt de Hoge Raad

in overweging 3.4 van zijn arrest: “De tekst van de wet wijst erop dat de geneesheer-directeur aan de toewijzing van de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg op grond van een zorgmachtiging aan een andere zorgverantwoordelijke in alle gevallen een uitdrukkelijke beslissing ten grondslag moet leggen. Dat art. 8:16 lid 1 Wvggz bepaalt dat de geneesheer-directeur de verantwoordelijkheid kan toewijzen aan een andere zorgverantwoordelijke, brengt tot uitdrukking dat art. 8:16 Wvggz aan de geneesheer-directeur een bevoegdheid toekent waarvan hij in voorkomend geval gebruik kan maken. Daarmee is niet tot uitdrukking gebracht dat de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg ook kan overgaan zonder zo’n toewijzing van de geneesheer-directeur”.

 

In overweging 3.5 licht de Hoge Raad toe: “Dat bij toewijzing van de verantwoordelijkheid van de zorg op grond van een zorgmachtiging aan een andere zorgverantwoordelijke de geneesheer-directeur in alle gevallen een daarop gerichte beslissing moet nemen, strookt ook met de parlementaire toelichting op art. 8:16 Wvggz.”

 

In overweging 3.6 geeft de Hoge Raad aan: “Met de Wvggz is beoogd de rechtspositie van de betrokkene te versterken. De zorgverantwoordelijke heeft in de Wvggz een eigen positie, met eigen plichten, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, die hij zelfstandig kan uitoefenen, en die op de rechtspositie en de situatie van betrokkene van grote invloed kunnen zijn. Met het voorgaande strookt niet dat de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg op grond van een zorgmachtiging aan een andere zorgverantwoordelijke zou kunnen worden toegewezen, zonder dat daaraan een beslissing van de geneesheer-directeur ten grondslag ligt en zonder dat aan de overige vereisten van art 8:16 Wvggz is voldaan. Voorkomen moet worden dat de betrokkene en andere bij zijn positie nauw betrokken personen, niet van zodanige beslissing op de hoogte raken en niet van het hun toegekende klachtrecht gebruik kunnen maken.”

 

Aanpassing Werkafspraak 8:16 lid 1

Als gevolg van deze uitspraak is paragraaf 8.8 van de “Werkafspraken aanvraag en uitvoering zorgmachtiging” aangepast in die zin dat onze hierin opgenomen uitleg van art. 8:16 (omschreven was dat een redelijke wetsuitleg maakt dat art. 8:16 niet van toepassing is als binnen een instelling de ene zorgverantwoordelijke wordt opgevolgd door een volgende, bijvoorbeeld omdat de eerste zorgverantwoordelijke vertrekt, omdat de betrokkene van team/afdeling verandert of omdat de focus van de behandeling vraagt om een zorgverantwoordelijke van een andere discipline) is geschrapt. Aan deze Werkafspraken is in plaats daarvan opgenomen dat de geneesheer-directeur in alle gevallen waarin de verantwoordelijkheid van zorg overgaat op een andere zorgverantwoordelijke, een hierop gerichte schriftelijk gemotiveerde beslissing moet nemen.