Loslaten van diagnoses
Jedidja heeft jarenlange ervaring in het werken met mensen die dak- en thuisloos zijn. Zowel vanuit dakozenopvang, Maatschappelijke justitiële dienstverlening(MJD), blijf-van-m’n-lijf huizen en de ggz. Juist door deze brede ervaring onderhoudt Jedidja goede contacten over de domeinen heen en weet daardoor bijzondere resultaten te bereiken. “Ons MJD- team gaat aan de slag als er ernstige overlast is waarbij zowel de politie als de gemeente en betrokken behandelaren geen voet aan de grond krijgen bij de persoon in kwestie. Wat wij doen is allereerst het loslaten van alle diagnoses. We proberen contact te maken en stellen de vraag ‘wie ben je en wat heb je nodig?’ Dan gaat het niet om afkicken van een verslaving of om verminderen van geluidsoverlast, maar om heel basale dingen zoals een plek om te wonen en geld om te eten. Pas als die basis op orde is, ontstaan mogelijkheden voor zorg en behandeling.”
Wonen op het water
Eén van de voorbeelden hiervan gaat over een man die na 10 jaar is ontslagen uit een TBS kliniek. De man heeft last van autisme en raakt door overprikkeling regelmatig in een psychose. Op dat moment vertoont hij onbegrepen en voor de omgeving bedreigend gedrag. De veiligheid van het dorp is in het geding en de vraag is of er een zorgmachtiging moet komen. Jedidja: “Als we iemand met deze achtergrond gedwongen opnemen in een kliniek, is de kans op agressie heel groot omdat hij in z’n vrijheid wordt beperkt. Daarom zijn we bij de man langs gegaan, hebben we contact gemaakt en gevraagd wat hij graag wil. Hij vertelde dat hij zo rustig wordt als hij op het water is. We kwamen tot de conclusie dat een woonboot hem de mogelijkheid geeft zich af te zonderen en redelijk prikkelarm te leven. Natuurlijk is dit niet zonder slag of stoot geregeld. Zo heeft de psychiater samen met de behandelpoli forensische zorg onderzocht of het verantwoord is de man op het water te laten wonen. De gemeente heeft gekeken welke mogelijkheden er zijn om een boot te kopen. Uiteindelijk woont de man nu al lange tijd op zijn boot en mag hij zijn wie hij is. Hij is stabiel in zijn middelengebruik en er zijn nauwelijks politiecontacten meer. Ook is gaandeweg het vertrouwen in de hulpverlening hersteld en belt hij zelf als hij voelt dat hij hulp nodig heeft. Uit dit verhaal blijkt dat mensen veel minder zorg nodig hebben als aan hun basale levensbehoeften is voldaan.”
Tiny houses
In situaties waarbij veiligheid van de omgeving in het geding is, gaat het altijd om ketensamenwerking. Hierbij is dan de vraag: wie betaalt wat en wie heeft er baat bij? Jedidja: “De kunst is om domein overstijgend te denken. Daarbij maak ik altijd een kostenbatenanalyse. Wat kost het de gemeenten en de zorgorganisaties nu en wat als er passende huisvesting is? Dit is een rekensom die aangeeft wat het rendement is van de investering. Een mooi voorbeeld hiervan is een dame die zo’n 10 jaar kliniek in en kliniek uit ging. Diverse opnames mochten niet baten. Ze was bekend met vrouwenhandel, veroorzaakte ernstige overlast, liep schreeuwend over straat en was bekend met veel politie meldingen waarbij ze wisselend dader en slachtoffer was van huiselijk geweld. Zorgmachtigingen hadden weinig effect, ze liep weg van de kliniek. Ook aan haar hebben we gevraagd wat ze echt graag wil en dat was een stabiele, prikkelarme thuissituatie waar ze zich terug kan trekken. Uiteindelijk hebben we voor haar een Tiny house gevonden op het terrein van een zorgorganisatie. Dit is haar veilige plek waar ze net als de man met de boot mag zijn wie ze is. Er is nagenoeg geen overlast meer. En wat de kostenbatenanalyse betreft: hier heeft de gemeente – vanuit haar taak voor huisvesting van speciale doelgroepen – de vergunning en grondkosten voor de wooneenheid betaald. De woningcorporatie investeert in de Tiny houses en krijgt er huur voor terug. Waar wij ook altijd naar kijken, is welke subsidiestromen zoals innovatie- en/of transformatiebudgetten er zijn. Zo kunnen we vaak een constructie regelen waarbij de kosten behapbaar zijn voor alle partijen.”
Transactionele analyse
Opvallend aan de werkwijze van het team van Jedidja is het inzetten van de transactionele analyse bij het omgaan met de mensen die structurele overlast geven. Jedidja: “Wij gaan altijd uit van de gedachte: ‘ik ben oké en jij bent oké’. Dat is onze basis. Daarbij werken wij vanuit de drie rollen: kind, volwassene en ouder. Als onze cliënten in een crisissituatie zijn, kunnen ze alleen vanuit de kind rol reageren. Dan gaat het om de primaire behoeftebevrediging zoals eten en wonen en ‘er mogen zijn’. Veel zorgverleners zitten in de ouderrol: ze vinden iets en hebben een waardeoordeel of ze willen voor iemand zorgen. In onze aanpak proberen we zelf in de volwassenrol te zitten. Daarbij zeggen we altijd eerst ‘jij mag er zijn’ en sluiten we zo goed mogelijk aan op de behoefte. Dat is het begin. Daarna proberen we oorzaak en gevolg uit te leggen. Op het moment dat de cliënt een stabiele basis heeft, ontstaat hier ruimte voor. Juist met deze manier van werken heeft ons team goede resultaten behaald. Ik denk dat deze werkwijze ook voor andere doelgroepen toepasbaar is zoals in de jeugdzorg, ouderenzorg en in ziekenhuizen.”