Ga naar inhoud

ECLI:NL:RBOBR:2021:4149

Datum

4 augustus 2021

Titel

Na aanwijzing geneesheer-directeur wordt verzoekschrift veertien dagen te laat ingediend bij rechtbank omdat geneesheer-directeur de stukken niet tijdig had aangeleverd. Officier van justitie kan verantwoordelijkheid voor termijnoverschrijding niet afwentelen op geneesheer-directeur. Schadevergoeding toegekend. Artikel 10:12 lid 3 Wvggz.

Essentie van de uitspraak

De rechtbank is van oordeel dat het de officier van justitie is die in artikel 5:16 lid 1 Wvggz wordt geadresseerd. Het is de officier van justitie die de schriftelijke mededeling binnen vier weken aan onder andere betrokkene moet doen. Het is aan de officier van justitie die termijn te bewaken.

 

Het voorgaande betekent dat de termijnoverschrijding niet kan worden afgewenteld op de geneesheer-directeur en dat betrokkene een beroep kan doen op artikel 10:12 lid 3 Wvggz en een schadevergoeding kan verzoeken. Deze wordt toegekend.

Relevantie voor de keten

Het is aan de officier van justitie de termijn genoemd in art. 5:16 lid 1 Wvggz te bewaken. Als de geneesheer-directeur in gebreke blijft, zal de officier van justitie tijdig aan de bel moet trekken zodat de termijn gehaald kan worden. Dat er bilaterale afspraken zijn tussen officier van justitie en geneesheer-directeur maakt dit niet anders, nu de wetgever deze taak bij de officier van justitie heeft neergelegd.