Essentie van de uitspraak
In deze zaak heeft het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een verzoek ingediend tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) ten aanzien van cliënt.
De rechtbank overweegt dat niet is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de inbewaringstelling. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat een psychose (en dus een psychische stoornis) het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel veroorzaakt. Dit betekent dat het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling niet kan worden toegewezen, omdat niet het juiste wettelijke kader is toegepast. Dat cliënt tevens een verstandelijke beperking heeft maakt dat niet anders. De verstandelijke beperking veroorzaakt het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel namelijk niet. Daar komt bij dat de accommodatie waar cliënt op dit moment verblijft onvoldoende is toegerust om hem passende zorg te bieden, als gevolg van de psychotische stoornis. Een langer verblijf in de huidige Wzd-accommodatie zal het toestandsbeeld naar verwachting dus ook niet stabiliseren.
Gelet op voorgaande wijst de rechtbank het verzoek af.