Ga naar inhoud
20 april 2021
15:29

De hoorplicht van de burgemeesters

Onderzoek van de Erasmus School of Law in opdracht van de VeiligheidsAlliantie Regio Rotterdam.

Fundamenteel recht of een wassen neus?

De Veiligheidsalliantie Rotterdam heeft op 12 april 2021 tijdens bijeenkomst voor de leden het onderzoek gepresenteerd van de Erasmus School of Law: De hoorplicht van de burgemeesters – een fundamenteel recht of een wassen neus?

 

De centrale onderzoeksvraag  luidt: “In hoeverre verwezenlijkt de huidige invulling van de hoorplicht het doel van de wetgever?”

 

Lees hier de managementsamenvatting van het onderzoek.

Literatuurstudie en interviews

In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre de huidige invulling van de hoorplicht van de burgemeester bij het nemen van een crisismaatregel aan het doel van de wetgever tegemoet komt. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van een literatuurstudie naar de hoorplicht en het houden van interviews met verschillende stakeholders. Burgemeesters, een officier van justitie, een rechter, een advocaat, hoordiensten, psychiaters en patiënt belangenbehartigers zijn hierbij geïnterviewd. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de VeiligheidsAlliantie Regio Rotterdam.

Doel

Het doel dat de wetgever voor ogen had bij het invoeren van de hoorplicht was om burgers die potentieel een crisismaatregel opgelegd zouden krijgen meer rechtsbescherming te geven. Uit het onderzoek komt naar voren dat dit doel in de praktijk nog niet wordt behaald. Tijdens het hoorgesprek is de betrokkene zeer kwetsbaar en vaak niet in staat om een gesprek aan te gaan. Indien de betrokkene wel in staat is tot het voeren van een gesprek, leidt dit bijna nooit tot een andere beslissing van de burgemeester.

Uitbesteding

Daarnaast legt het uitvoeren van de hoorplicht door de burgemeester zelf een hoge (tijds)druk op de burgemeesters. Om deze reden wordt het horen vaak aan een hoordienst uitbesteed. Deze uitbesteding van het horen wordt betreurd door patiënt belangenbehartigers, de rechterlijke macht en geneesheer-directeuren, omdat hierdoor geen direct contact meer is tussen de burgemeester en de betrokkene. De genoemde partijen vinden dit essentieel, aangezien het uiteindelijk aan de burgemeester is om een beslissing te nemen over de crisismaatregel.

Alternatieven

Alternatieven en aanpassingen die door partijen werden aangedragen zijn onder andere het horen laten plaatsvinden op een later tijdstip, het horen toewijzen aan een Wvggz-ambtenaar, het horen laten plaatsvinden via een videoverbinding in plaats van telefonisch, het opnemen van het hoorgesprek en beschikbaar stellen aan de advocaat en het investeren in de scholing van hoordienst medewerkers.

Aanbevelingen

Aanbevelingen van de onderzoekers naar aanleiding van dit onderzoek hebben betrekking op de praktische invulling van het horen waarbij voor een groot deel wordt aangesloten bij de suggesties van de stakeholders. Daarnaast adviseren wij de rol van het Openbaar Ministerie te onderzoeken in een wetsevaluatie. Ten slotte pleiten wij voor grootschaliger onderzoek naar de verbetering van de rechtspositie van de betrokkene, die de hoorplicht als doel had te bewerkstelligen, nu onze mening is dat het invoeren van de hoorplicht een te rationele beslissing geweest is die niet passend is in de acute crisissituatie